BURST – Pim Vancraeynest (22) is judoka en trainer bij Judoclub Brugge, waar hij al zo’n acht jaar training geeft. Daarnaast studeert hij LO- en bewegingswetenschappen aan Universiteit Gent. Na de zomer start hij met zijn tweede masterjaar. Hij combineerde zijn studies met de opleiding instructeur en trainer B.
Waarom volgde je de opleidingen instructeur en trainer B judo?
“Ik was eerst van plan om de opleiding te volgen na mijn studies, omdat ik dan meer tijd had om eerst mijn judo verder te ontwikkelen en mijn lessen te verbeteren. Maar voor mijn afstudeertraject had ik een trainer B-diploma nodig, dus heb ik de opleiding sneller gedaan dan oorspronkelijk gepland. Dit paste dus perfect bij mijn studie en carrièreplannen.”
Welke meerwaarde vormde de opleidingen voor jou persoonlijk? Wat ga je met je diploma doen?
“De opleidingen hebben me veel bijgebracht. De instructeursopleiding heeft me geholpen om vertrouwd te raken met de nieuwe leerlijnen en structuren binnen Judo Vlaanderen. De trainer B-opleiding bood veel waarde op het gebied van wedstrijdjudo, vooral in hoe technieken worden opgebouwd en toegepast in wedstrijdsituaties. Met deze kennis kan ik mijn eigen trainingen en die van de wedstrijdjudoka’s in onze club aanzienlijk verbeteren. Vooral op dat laatste wil ik in onze club nog meer inzetten de volgende jaren.”
Hoe heb je de opleiding ervaren?
“Erg positief. De opleidingen vragen wel wat motivatie en tijd, vooral als je beide cursussen volgt. Mijn examenperiode bijvoorbeeld was best pittig, omdat ik examens voor de universiteit combineerde met die voor de cursus. Maar als je echt dat diploma wil halen om je trainingen te verbeteren, is het, mits wat planning, goed te doen.”
“De cursusinhoud was relevant en praktisch toepasbaar, wat mijn motivatie hoog hield. Ze gaat ook verder dan enkel het judo an sich. In de cursus trainer B was bijvoorbeeld ook aandacht voor krachttraining, voeding en psychologische aspecten.”
Jouw opleiding ging door in de vernieuwde versie (en een vernieuwde opleidingsstructuur). Heb je hier iets van gemerkt? Wat viel je op? En wat is je gevoel hierbij?
“Ja, ik heb zeker het verschil gemerkt. Het vraagt een aanpassing, maar de vernieuwde structuur biedt een meer geïntegreerde benadering van techniek en tactiek. Een houdgreep bijvoorbeeld wordt in verschillende situaties en posities aangeleerd. Dit zorgt voor een completere beheersing van de techniek. Het leerproces gaat soms wat trager, maar het uiteindelijke resultaat is vaak beter. Technieken worden meer aangeleerd met het oog op langetermijnontwikkeling van de judoka’s.”
“Een mooi voorbeeld is seoi-nage, waarbij je door je knieën zakt. Een beweging die voor veel jongere kinderen moeilijk lukt in de oude methode. In de nieuwe aanpak wordt bijvoorbeeld nadruk gelegd op het buigen en strekken van de benen, waardoor ze de worp sneller kunnen, en meteen correct uitvoeren.”
Wat de positieve en negatieve aspecten van de opleiding?
“Een van de grootste voordelen was de diepgaande kennis over wedstrijdjudo en de nieuwe leerlijnen. Een mogelijk nadeel is de tijdsinvestering, wat soms lastig kan zijn om te combineren met andere verplichtingen zoals studies. Het vraagt goede planning en afstemming met de club en andere trainers.”
“Een ander nadeel is dat, omdat er zo’n sterke nadruk ligt op de individuele bewegingen van een greep, dat soms wat eentonig kan worden. Het kan een uitdaging zijn om jonge judoka’s dan gemotiveerd te houden. Maar met genoeg afwisseling tussen spel- en oefenvormen lukt dat wel.”
“Hier en daar zaten er wat organisatorische schoonheidsfoutjes, maar niks storends. Ook was het cursusmateriaal niet altijd volledig, miste er nog extra duidingsmateriaal of foto’s, maar die hebben we zelf toegevoegd tijdens de cursus. Dus dat zal wel opgelost zijn ondertussen.”
Wat zou je zeggen tegen trainers die nog aarzelen om in te schrijven voor de opleiding instructeur of trainer B?
“Ik zou zeggen: ga ervoor! Als je twijfelt, probeer dan een van de bijscholingen of introductiesessies bij te wonen. Die bieden een duidelijk beeld van wat de opleiding inhoudt en hoe het je kan helpen om je trainingen te verbeteren. Het programma is goed onderbouwd en biedt een grote meerwaarde voor zowel de recreatieve als de wedstrijdjudoka. Het opstellen en de uitrol van het meerjarenontwikkelingsplan was een traag proces van jaren. Daardoor is het sterk onderbouwd. Je voelt dat ze bij Judo Vlaanderen heel goed weten welke weg ze onze judoka’s willen laten volgen. Technieken worden niet meer los van elkaar gezien, er is meer aandacht voor het grotere plaatje.”
Jouw club past als pilootclub de nieuwe leerlijnen van het Judo groeimodel toe. Op welke manier merk je dit in je club?
“Onze club was een van de eerste pilootclubs die met de nieuwe leerlijnen aan de slag gingen. We pasten onze mappen en trainingsmethodes aan zodat ze perfect aansluiten bij de nieuwe richtlijnen. Dit betekent dat we nu meer focus leggen op integratie van technieken en connecties leggen tussen staande en grondtechnieken, wat een grote verbetering is ten opzichte van de oude methodes.”
Leen Dom
DSKO
