Oudste Vlaamse club ‘Koninklijke JC Lier’ blies 70 kaarsjes uit!

ZELE/LIER – Judoclub Lier blies onlangs 70 kaarsjes uit en is daarmee één van de oudste – zo niet dé oudste – judoclub van Vlaanderen. Als federatie staan we uiteraard graag even stil bij deze, toch wel indrukwekkende mijlpaal in de Vlaamse judogeschiedenis. Bijgevolg trok JudoContact naar Lier voor een gesprek – net niet onder de illustere Zimmertoren – met voorzitter Florent ‘Flor’ Goovaerts en secretaris Geert Goetschalckx. We ontmoeten de clubbestuurders in de sporthal ’t Spui van KTA waar de huidige dojo van de club is gevestigd. Te vroeg op het appel zijn we getuige van een jeugdtraining. De kids hebben veel plezier, maar er heerst discipline. Eén ding wordt vrijwel onmiddellijk duidelijk. Beide éminences grises zijn hun leven lang gepassioneerd door de judosport en hebben een immens groot clubhart.

“De eerste echte dojo van onze club bevond zich in de Begijnhofstraat 84 aan de Lierse vest. In dat te kleine lokaal met zijn unieke verende vloer zouden hele generaties judoka’s het judo aanleren, bestuderen en beoefenen. In het prille begin echter werd judo in de Pallieterstad onderricht in kleine zaaltjes van cafés en dergelijke, zoals dat toen gebruikelijk was”, stelt Flor. “Technisch directeur was toen Willy Van Hoecke. Hij werd bijgestaan door trainers Jozef De Meyer, Jan Bonné en assistent Frans Van Balen. Frans was tevens secretaris en Jozef Vloebergs was toen voorzitter. Judoclub Lier werd bekend in judomiddens en nam deel aan nationale wedstrijden.”

De toenmalige bestuursploeg leidde de club dertig jaar lang en besliste dan plots om de pijp aan Maarten te geven. “Dat was schrikken en tevens een moeilijk moment voor de club”, vertelt Flor. “Een dergelijke ontwikkeling had niemand toen vermoed. Resultaat: heel wat leden haakten af of verhuisden naar een ander club in de regio. Met de beoefening van het judo ging het dus snel bergafwaarts in Lier.”

“Gelukkig zette toen Flor zijn schouders mee onder de club”, voegt Geert eraan toe. “Samen met Frans Doms, zwarte gordel, en diens echtgenote Maria Geeraerts bleven ze rotsvast geloven in een Lierse judoclub en in 1978 beslisten ze bijgevolg om de club over te nemen o.a. door eigen investeringen voor de aankoop van judomatten e.d. Rudy Van Doninck werd toen secretaris.”

Flor Goovaerts & Geert Goetschalckx

JC Lier vond teven een nieuwe stek in het Jiu-Jitsu-lokaal in de Boomlaarstraat 86. Uiteraard ondervonden Frans en Flor in de beginperiode heel wat moeilijkheden, maar het ledenaantal steeg opnieuw gestaag tot bijna honderd judoka’s, dankzij de kundige leiding van beide trainers. Frans, tevens voorzitter, overleed echter in 1992 na een slepende ziekte. Bijgevolg nam Flor, derde dan en Bloso A-trainer, de fakkel als voorzitter over. Hij is tot op heden tevens technisch directeur van de club.

In 1988 gaf Rudy Van Doninck zijn ontslag als secretaris en werd deze functie overgenomen door Geert Goetschalckx, tweede dan en Bloso Initiator/Jeugdsportbegeleider, die gezien de groei van de club, in 1989 van de feitelijke vereniging een VZW maakte.

Koninklijke titel

In 1998 vierde JC Lier zijn 50-jarig jubileum. Sowieso een markante mijlpaal in de clubgeschiedenis en geen onbelangrijke. Een brief van de kabinetschef van de Koning informeerde dat de club voortaan de titel ‘Koninklijke’ mocht dragen. Het Koninklijk brevet werd op 10 maart 1998 persoonlijk overhandigd aan de bestuursleden door de toenmalige Provinciegouverneur Camille Paulus. “Die vijftigste verjaardag en de Koninklijke titel hebben we toen uitbundig gevierd”, vertelt Flor. “Het bestuur had een feestcomité aangesteld dat de opdracht kreeg om binnen een vastgesteld budget gedurende het ganse jaar 1998 een aantal activiteiten te organiseren om ons vijftigjarig bestaan op gepaste wijze te vieren. Dit resulteerde o.a. in een groot judofeest, een ontvangst op het Lierse stadhuis, de organisatie van een heus gevechtsportgala tijdens Lier Kermis, een succesvolle portoverkoop, een originele oorkonde in beperkte oplage, het ontwerpen van een nieuw logo op ons briefpapier en T-shirts alsook een eenmalige editie van ’t Judogazetteke.”

50-jarig jubileum van de club in 1988

Wat is nu het geheim om het als club zolang vol te houden?

“Eenvoudig”, vindt Flor. “We zijn een club waarvan het bestuur het goed met elkaar kan vinden en alle bestuursleden kunnen perfect samenwerken. Uiteraard zijn er al eens meningsverschillen, maar dat is menselijk en maar normaal ook. Aan het einde van elke bestuursvergadering is er altijd consensus en staan de neuzen steeds allemaal in dezelfde richting.” In de lange geschiedenis heeft de club zich bovendien steeds voorzien van eigen inkomsten. “We hebben geen sponsors”, zegt Geert. “We redden ons met eigen middelen en daar zijn we wel trots op.”

In de hoogdagen van het nationale judo kende de club zo’n honderdtal leden. “Vandaag is het ledenaantal wat geslinkt”, stelt Gert. “Heel wat van onze leden gaan studeren op kot en dan gaan ze ter plaatse hun sport beoefenen, wat dan weer logisch is.”

Judopromotie door de club

JC Lier richt zich nu vooral op de recreatieve beoefening van de judosport. “De juiste basis aanleren, blijf ik belangrijk vinden”, benadrukt Flor, die beroepshalve vroeger in het onderwijs voor de klas stond. “Talentvolle judoka’s die meer willen, groeien dan door naar andere clubs, zoals bijvoorbeeld JC Duffel waarmee we goede contacten onderhouden.”

Bij de Lierse club kunnen ook 55-plussers terecht. “We merkten dat heel wat oudere judoka’s afhaakten omdat hun club te competitief gericht was. Dat vonden we wel jammer”, aldus Flor. “Ikzelf ben 74 en vind het nog steeds leuk om zelf in judogi op de tatami te staan. Vandaar ook dat we dat project binnen de club hebben opgestart, zodat herstarters opnieuw plezier aan het judo kunnen beleven.”

Anekdotes

Een club met dergelijke lange levensloop heeft uiteraard een pak anekdotes om tussen pot en pint te vertellen. De volgende drie deden ons alvast glimlachen.

Zagemeel & veren van de nokkenas

“De eerste judomat in Lier was een zeil met zagemeel eronder”, herinnert Flor zich. “De allereerste echte tatami hebben ze toen van Japan laten overkomen en in de Antwerpse haven in de dokken gaan afhalen, een echte rijstmat dus”, vult Geert aan. “In onze ‘dojo’ in de Begijnhofstraat lag de tatami in een bak”, voegt Flor er nog aan toe. “De bak was in hout getimmerd met een hoge rand. Verscheidene veren van de nokkenas van auto’s werden vervolgens vastgeschroefd op de vloer van de houten bak en daarop werd een tweede vloer gemonteerd. Daarop lagen dan de matten die voorzien waren van ringetjes en die dan met koord werden aangespannen. Een ‘verende’ vloer, dat was wel plezant om op te vallen”, aldus nog Flor.

Shiro Abei

“Shiro Abei, de Japanse leermeester die verscheidene jaren hoofdtrainer was van de Belgische Judobond, heeft ook nog bij ons lesgegeven”, vertelt Flor enthousiast. “Ik herinner mij dat wij toen allemaal moesten wachten totdat hij zich had omgekleed. Omgekeerd dezelfde procedure, volgens de hiërarchie. Wij stonden er allemaal bezweet bij terwijl Abei na het groeten terugkeerde naar ‘zijn’ kleedkamer om te douchen en dan pas was het aan ons”, lacht Flor.

Zwarte gordel op 67

“Ik ben heel trots dat we ons lid Freddy op zijn 67ste nog hebben kunnen begeleiden voor het behalen van de zwarte gordel. Dat was toch wel een intense begeleiding van zo’n drie jaar en hij heeft die gordel niet cadeau gekregen van de federatie. Voor mij toch ook een mooie mijlpaal in onze werking”, aldus nog Geert.

Christian Pierre
Media & Communicatie

Aanmaak datum

8 januari 2019

Type

Onze sponsors

Met grote trots en dankbaarheid stellen wij graag onze sponsors aan u voor. Zonder hen zouden we niet in staat zijn om de judosport in Vlaanderen op deze en vele andere manieren te promoten.