DIEPENBEEK/BURST – Judoclub Thor uit Diepenbeek blies 60 kaarsjes uit. Door de Corona-pandemie werd het grote feest evenwel uitgesteld naar betere tijden. Begrijpelijk, want dergelijke mijlpaal in het bestaan van een club moet je vieren! De Limburgse club werd opgericht door Simone en Valère Steegmans.
Andere tijden
Hasselt, Bolderberg, Leopoldsburg, daar vond je anno 1960 in provincie Limburg de judoclubs. Simone en Valère waren aangesloten bij Judoclub Hasselt. Dat betekende, weer of geen weer, viermaal per week met de fiets heen en terug naar Hasselt. Contact met andere clubs of iets bijleren betekende ook weer fietsen naar Bolderberg of Leopoldsburg.
Simone startte als 14-jarig meisje met judo. Als enige meisje tussen allemaal jongens – judo was in die tijden nog een echte mannensport – moest ze zich naar boven knokken en haar strepen verdienen. “Gelukkig wilden ze in Hasselt wel een gordijntje hangen waarachter ik mij kon omkleden,” vertelt Simone. “Gemakkelijk om respect te verdienen als meisje tussen al die jongens was het echter niet. Als meisje moest ik dubbel zo hard mijn mannetje staan. Het eerste kampioenschap zonder categorieën voor vrouwen werd door mij gewonnen op 1 been om het zo uit te drukken. Hoe ik dat deed? Vechten in plaats van te wenen natuurlijk. Ik herinner mij ook dat we met Judoclub Hasselt eens met de bus naar een gezamenlijke training in Antwerpen reisden. Tegen 50 km per uur tuften we door alle dorpskernen aangezien de autosnelweg (E313) nog niet was aangelegd.”
Ook Valère herinnert zich hoe het allemaal begon. “Meester Ichiro Abé, die ik in 1958 leerde kennen op sportkamp in Amay, heeft bij mij een onvergetelijke indruk nagelaten. Een hele rustige mens die alle judotechnieken tot in de puntjes kon uitleggen.” In 1959 werd Valère kampioen bruine gordels Antwerpen-Limburg (Limburg vormde toen samen met Antwerpen 1 judoprovincie). In 1960 en 1961 werd hij Belgisch kampioen respectievelijk bij de bruine gordels en 1ste DAN. Dat was natuurlijk het moment om een eigen club te starten in Diepenbeek.
“Een niet gebruikte slaapkamer in een nieuw gebouwd café was onze eerste oefenruimte. Het woord ‘zaal’ durf ik niet gebruiken, de ruimte was niet meer dan 4 op 4m,” grapt Simone. “Verwarming was er alleen beneden in het café, douches of stromend water, daarvoor moesten we nog 10 jaar wachten. Ons bestuur vergaderde in de keuken van een van de bestuursleden. Fré Vanvoorden was toen voorzitter en kapelaan Gorissen was trouw aanwezig op iedere vergadering.”
De nieuwe club luisterde naar de naam ‘Judoclub Gems’. Iedere nieuwe sportclub in Diepenbeek kreeg toen de naam ‘Gems’ wat zoveel betekent als: gaaf, edel, moedig, sportief.
Enkele jaren later koos een gedeeltelijk vernieuwd bestuur voor een krachtigere naam: ‘Thor’, waarschijnlijk geïnspireerd door voetbalclub Thor uit Waterschei, maar misschien ook wel verwijzend naar de god van de donder in de Noorse mythologie, ordeschepper tegenover de chaos.
In die eerste 10 jaar wisselden de oefenruimtes elkaar af. Van leegstaande klaslokalen naar magazijnen of werkplaatsen, allemaal zonder verwarming of stromend water. In het beste geval deed tijdelijk een vrijwilliger een poging om een kolenkachel te doen branden. Het waren andere tijden.
“Ook van judomatten kon er niet echt gesproken worden,” verduidelijkt Simone. “Houtschaafsel met een zeil erover dat door de judoka’s zelf werd uitgestrooid en achteraf moest worden opgeruimd. Zelfs een mat van krantenpapier van 2 cm dik met een zeil erover heeft ook gediend. Na ongeveer 10 jaar kregen we een vaste ruimte op het Demerstrand.”
“Ondertussen waren ook verschillende leerling judoka’s van mij uit Judoclub Thor doorgedrongen naar Europees wedstrijdniveau,” vertelt Valère trots. “We behaalden zelfs de titel Kampioen van België per ploeg.”
Plannen voor de toekomst
“Judoclub Thor biedt reeds vele jaren judo-onderricht in een kindvriendelijk club waar zowel jongens als meisjes zich thuis voelen. Het doen naleven van de judoregels op de mat ligt iets moeilijker dan 20 jaar geleden. Het is niet altijd gemakkelijk met kwetsbare of hyperactieve kinderen een evenwicht te vinden tussen de traditionele regels en een afwezigheid van discipline,” vindt Simone.
Ongeacht haar niet meer zo jeugdige leeftijd staat het clubmonument nog steeds graag op de mat om haar 65-jarige ervaring op de tatami te delen met zowel andere jonge trainers als de kinderen.
“‘Jita Kyoei’, 1 van de 2 pijlers geformuleerd door Jigoro Kano, de stichter van de judo, wat zoveel betekent als ‘voorspoed en welzijn’, m.a.w. lichamelijke en geestelijke vorming naar zelfzekere, beheerste personen die een nuttige rol in de maatschappij vervullen, is de voornaamste doelstelling van de club waaraan ik nog steeds wil meewerken,” aldus nog een trotse Simone.
Christian Pierre
Media & Communicatie