Laatste persbabbel met Casse voor de Spelen van Parijs

BURST/OOSTENDE – Op dinsdag 18 juni verzamelde Robin Jacobs, de manager van Matthias Casse, de nationale pers op de ACEG Wellington Hippodroom te Oostende voor een laatste persbabbel nu het startschot voor de rechte lijn naar de Olympische Spelen in Parijs heeft geknald. Immers, exact nog 6 weken te gaan vooraleer onze judotopper de tatami betreedt om voor de tweede maal op rij het beste van zichzelf te geven in een Olympische tornooi. Samen met JV-coach Mark van der Ham, gaf Matthias Casse aan de pers een update van zijn voorbereiding en beantwoordde hij achteraf de vragen van de journalisten. VRT, VTM, RTBF, Knack, Het Nieuwsblad, Het Laatste Nieuws, Le Soir, La Dernière Heure en Belga Press Agency, ze waren er allemaal. Uiteraard tekende Judo Vlaanderen ook present. Je kon de persbabbel via livestream volgen op onze facebookpagina. Wie deze gemist heeft, kan de persconferentie alsnog via deze link (her)bekijken.

Hierna lees je de update van de voorbereiding uitgelegd door Mark van der Ham en Matthias Casse zelf. Daarna lees je de antwoorden van Matthias op de vragen die de journalisten op hem afvuurden.

Persbabbel

Als we kijken naar de voorbereiding richting de komende Olympische Spelen, is dat eigenlijk begonnen al vrij kort na de vorige Spelen in Tokio, drie jaar geleden. Na die Spelen is het judoreglement aangepast en hebben we daar een analyseplan van gemaakt wat er de afgelopen drie jaar getraind zou moeten worden en wat er veranderd zou moeten worden richting deze Spelen,” legt JV-coach Mark van der Ham aan de aanwezigen uit.

“Matthias is hier flink mee aan de slag gegaan. In het begin heb ik dat zelf mogen leiden. Dat is daarna opgevolgd tijdens mijn vertrek (naar Azerbeidzjan n.v.d.r.). En vanaf september heb ik dat weer terug opgepakt. En uiteraard gedurende die periode is er wel geschaafd aan dat plan. Maar de grote lijnen waren daar wel in bekend. Mijn voormalig judocoach en toptrainer Chris de Korte, helaas in februari overleden, had altijd mooie gevatte quotes. Een daarvan was, als ik het zwaar had tijdens de training, ‘lachend de berg op, huilend de berg af’. Dat betekent, de berg op heb je weerstand, met weerstand kun je jezelf ontwikkelen. Dit zijn soms wel moeilijke tijden. Waarom vertel ik dit? Zoals we weten, zoals ik net ook heb gezegd, heeft Matthias een moeilijke tijd mede door mij, of misschien wel door mij, gehad. Ik wil het niet moeilijker maken dan het is, maar het is toch een vervelend moment geweest. Dit was echter ook voor hem een mooie kans om te ontwikkelen. Dat was niet mijn doelstelling op dat moment, maar wel mede het gevolg daarvan. Uiteraard heb ik ook die stap gezet om mezelf te ontwikkelen. En met de kennis die ik daar heb opgedaan, ben ik nu blij dat ik het weer terug kan brengen. Op dit moment ben ik nog altijd dankbaar voor de kans en het respect van de sporters en de begeleiding die me destijds met een vervelend gevoel, maar wel met respect hebben laten gaan. Dat respect maakt ook dat ik in september weer terug kon keren. Om uiteindelijk mijn opgedane kennis weer terug te koppelen naar Judo Vlaanderen.”

Voor coach van der Ham is Matthias een echte allround atleet. “Matthias is een goede topsporter, omdat hij op verschillende vlakken een heel goed niveau heeft. Dat wil zeggen judo-technisch, kracht, intelligent. In alle aspecten is hij goed ontwikkeld. Een topsporter moet onder andere eigenwijs zijn en voor zichzelf kunnen kiezen. Vele sporters hebben als ze een mening gevormd hebben, weinig ruimte om dat nog aan te passen. Matthias heeft evenwel het vermogen om te kunnen luisteren en in een zeer korte tijd verstandig de beste keuze te maken. Ondanks dat het soms tegen zijn eigen harde mening in is. Matthias heeft een goede mening, weet wat hij wil zeggen. Het valt niet altijd mee om dat te veranderen. De eigenschap van een mens is dat hij vaak belandt in een eigenwijze of een emotionele setting en dan bij zijn eigen mening blijft. Bij Matthias kan ik dat moeilijk opmerken. Als hij met iets komt en ik geef mijn eigen mening en hij vindt dat het anders is, loopt hij even weg, komt hij terug en zegt hij, oké, we gaan dat zo doen. Terwijl ik toch eigenlijk wel het gevoel heb dat hij best wel eigenwijs wil zijn. Maar dat is hij niet. Dat maakt dat hij heel goed trainbaar is.”

Coach van der Ham heeft tevens lof voor Judo Vlaanderen. Hoe de federatie de topsportomkadering aanpakt. “Ook na de Olympische Spelen in Tokio, toen de uitvoering van de vernieuwing van het team van Judo Vlaanderen werd doorgevoerd, was ik er niet bij. Ik ben dan ook zeer blij met de stappen die Judo Vlaanderen heeft gezet, direct na de Spelen, onder leiding van Technisch Directeur Topsport Koen Sleeckx om Judo Vlaanderen verder te professionaliseren. Zo werkt het medische team met dokter Peter Smolders, de kinés Tom Verhoeven, Vincent Adriaensen en Luc Moerman beter samen als voorheen. Er is wekelijks overleg, de kinés zijn aanwezig op de trainingen, als we op trainingskamp zijn, is er veel overleg, dat is een pak beter dan bij de vorige Spelen. Ook op fysiek vlak zijn er goede stappen gezet. Voorheen gaf ik zelf de krachttraining. Vanaf het moment van de Spelen is daar een krachttrainer bijgekomen. Joris Jellasics is hier de grote vooruitgang. Hij voegt krachttraining kennis toe aan het Judo Vlaanderen team.”

JV-coach Mark van der Ham

Dat Matthias het podium niet bereikte op het afgelopen WK, daar zit de coach niet echt mee. “Matthias was daar fysiek goed. Het pure resultaat was echter tegenvallend. Planmatig was het nog niet goed genoeg om daar een medaille te winnen. Daar zijn we de afgelopen tijd hard mee aan het werk gegaan. En op het moment zet Matthias mijns inziens de juiste stappen om dit te verbeteren.”

Het voorbereidende werk is echter nog niet voorbij. “Afgelopen week zijn we op trainingskamp geweest, volgende weken hebben we nog stages en daar zetten we echt een goede stap. Ook sinds september, bij mijn terugkeer naar Judo Vlaanderen, hebben we verschillende fases doorgemaakt. Zowel op judo-technisch gebied als op fysiek vlak. En ik kan zeggen dat met nog enkele trainingsstages te gaan, we op alle terreinen prima op schema zitten richting Parijs.”

Wat kunnen we dan verwachten op de aankomende Olympische Spelen? “Er doen in de gewichtscategorie -81kg misschien wel de meeste judoka’s mee. Dat zijn uiteraard deelnemers die direct geplaatst zijn of die via de continentale quota geplaatst zijn. Veel judoka’s haalden punten op de verschillende toernooien waarmee ze continentaal geplaatst zijn. Dit getuigt van een zeer sterke gewichtsklasse. Als er maar weinig atleten zijn die continentale punten halen, heb je dus een kleine poule. En in het geval van Matthias in de -81kg zijn er veel deelnemers die punten hebben kunnen halen. De nummer 1 positie op de wereldranking van Matthias betekent dat hij de afgelopen twee jaar de meeste punten heeft vergaard. Verder betekent dat echter helemaal niks,” blijft van der Ham nuchter. “Matthias is wel een van de deelnemers die als hij het beste uit zichzelf haalt op de bewuste wedstrijddag, hij mee kan doen om de medailles in alle kleuren.”

“Kort samengevat, we zijn goed op weg. Er zijn evenwel geen garanties en we moeten nog enkele stappen zetten om te finetunen. Op dit moment ben ik tevreden met de stand van zaken en kijk ik uit naar de aankomende zes weken,” besluit de coach.

Matthias bedankte alvast de voltallige pers voor hun aanwezigheid. “Dat maakt echt een enorm verschil voor mij,” aldus de bronzen Olympiër. “Ik kan me nog goed herinneren hoe ik hier drie jaar geleden zat. In de tussentijd is er al heel veel veranderd. Ik ben een stuk volwassener geworden, zowel als persoon en als sporter. En zoals Mark daarnet al aangaf, misschien ook iets eigenwijzer geworden. Maar ik denk dat ik heel goed weet wat ik wil en ik ben dan hyper gefocust om dat doel te behalen. Daar heb ik al heel lang voor gewerkt. Ondertussen heb ik ook twee trainerswissels meegemaakt. Van Mark naar Damiano Martinuzzi en vervolgens terug naar Mark.”

Matthias Casse

Dat bleek achteraf toch niet zo eenvoudig voor de topsporter. “Dat waren twee moeilijke momenten. Ik had dat misschien een beetje onderschat. Een verschil van trainingsarbeid, de structuur aanpassen, de planning veranderen. Dat zijn dingen waarvoor tijd nodig is om je daaraan aan te passen. Een nieuwe prikkel is daarin goed. Maar het is wel belangrijk dat een judoplan perfect wordt uitgevoerd en helemaal klopt. En als dat niet zo is, kan je niet altijd van iedereen winnen. Dus het judoplan is heel delicaat en belangrijk om goed te worden uitgevoerd. En het heeft tijd nodig gehad om dat te ontwikkelen. Echter, met veel tijd en een open communicatie, zijn we er goed in geslaagd om een sluitend plan te hebben. Een judoplan voor mij, dat past. En mits ik het goed uitvoer, kan ik van iedereen winnen. En daarom heb ik heel veel vertrouwen in Mark. En ik ben ervan overtuigd dat dat ook wederzijds is.”

Het feit dat hij reeds lang zeker was van zijn kwalificatie voor de Spelen door het massale aantal punten dat hij tijdens de internationale competities heeft bijeen gesprokkeld, heeft hem de kans gegeven zich gedegen te kunnen voorbereiden. “We zijn heel veel in het buitenland geweest, vaak weg van thuis. Dat is mentaal zwaar, maar ook fysiek heb ik heel hard afgezien. Ik heb heel veel getraind en ik ben er zeker van dat ik op alle vlakken ben vooruit gegaan. Ik ben een completere judoka geworden en daar hebben we hard voor gewerkt, maar dat loont zeker.”

Ondanks het tegenvallende resultaat op het WK is Matthias tevreden over de stappen die hij daar heeft gezet en de resultaten die hij heeft neergezet. “Nu zit ik in de laatste lijn van de voorbereiding. Er volgen nog enkele stages waarbij er veel volume is waar we hard op trainen. Daarna wordt de trainingsarbeid wat terug geschroefd om zo fris mogelijk de Spelen te kunnen aanvangen zodat ik op het moment van de waarheid er volledig ga staan. Het is duidelijk dat het grootste deel van de voorbereiding ondertussen al achter de rug is. En dat brengt ons bij vandaag. Het zijn nu zes weken voor de dag dat ik kamp op de Spelen. De driejarige Olympische cyclus is bijna afgerond.”

Onze judoka heeft er duidelijk zin in, maar blijft er nuchter bij. “Ik voel me ontspannen en ik heb er hard aan gewerkt. Ik ben er zeker van dat ik de capaciteiten heb om Olympisch kampioen te worden, maar het moet die dag zelf gebeuren. En daarom moet ik eerst kamp 1 succesvol afwerken om verder te kunnen gaan. Dat kan alleen maar met volledige concentratie en vasthouden aan het uitgestippelde judoplan. Dan pas kijken we naar kamp 2. Op het einde van de dag kan ik dan terugblikken of dat goed genoeg is geweest om die medaille te pakken of niet. Daar kan ik nu nog weinig over zeggen. Ik wil zonder druk kampen en dan ben ik er zeker van dat het gaat goed komen.”

Q & A met de journalisten

Na de update van zijn voorbereiding beantwoordde Matthias de vragen van de journalisten.

Wat maakt hem een betere judoka dan drie jaar geleden?

“In het judo zijn er veel aspecten. Zo is er een fysiek aspect. Ik ben nu 27 jaar. Als man ben je dan op fysiek vlak ongeveer op je top. Ik ben nog sterker geworden. Dat merk ik in de fitness. Mijn gewichten zijn zwaarder, ik ben sneller. Dat is punt één. Op judovlak, ook zeker met de trainerswissel, zijn er door Mark bepaalde dingen aangereikt, maar ook door Damiano. Die hebben mijn judo nog verder bijgestuurd. Dirk (Van Tichelt, n.v.d.r.), heeft ook input gegeven, dat is heel veel judo-informatie die ik heb kunnen absorberen en waardoor ik nu een completer judoka ben. Verder is er nog het mentale aspect. Tokio waren mijn eerste Spelen. Ik had wel een ervaring in Rio, maar dan als sparringpartner voor Dirk. Nu weet ik exact wat er gaat gebeuren, hoe dat gaat voelen. Om zelf op die mat te staan om er te kampen. Hoe dat het is om met een nederlaag om te gaan daar. En die dag in 2021 heeft mij heel veel geleerd, ook hoe moeilijk dat is. En hoe frustrerend dat kan zijn om op de dag zelf een goed resultaat neer te zetten. En hoe belangrijk dat die dag is voor mij. Het feit dat ik daarop nu voorbereid ben, is al een enorme grote stap in de goede richting.”

Het WK was een ontgoocheling, vooral de manier waarop met die scheidsrechterlijke beslissing. Heeft hij dat een plaats kunnen geven. Is er een manier waarop hij dat kan vermijden tijdens de Spelen?

“Ik denk dat ik dat vrij snel een plaats heb kunnen geven. De scheidsrechter is baas op de mat. Het maakt niet uit welke beslissing hij maakt, dat is de juiste beslissing. Als judoka moeten wij die beslissing volgen en aanvaarden. Dat heb ik alvast geleerd doorheen de jaren. Ik heb zeker ook fouten gemaakt en risico’s genomen. Ik heb met Mark ook de beelden bekeken. Het is onduidelijk, maar er zijn wel dingen die ik anders of beter had kunnen doen. En daar heeft Mark mij ook op gewezen. Als ik mijn handen er tussen hield en niet voor die aanval ging, dan was er geen strafpunt geweest. Dus ik kon dat vermijden. Daar werken we nu ook aan op de trainingsstages. Er mag geen ruimte zijn voor teveel improvisatie zodat ik zeker weet wat er gaat komen. En dat ik bovendien iets meer verwachting heb van wat de scheidsrechter kan beslissen.”

Door het feit dat er minder plaats is voor improvisatie, is het judo dan nog even leuk als vroeger?

“Op de Spelen is voor mij het plezier ondergeschikt aan het resultaat, vaak is dat omgekeerd. Maar daar is het zeker het enige moment dat ik hoe dan ook moet winnen. En gebeurt dat in minuut 1 met een score, dan is dat heel leuk. Gebeurt dat echter in minuut 10 met een shido, dan is dat ook goed. Ik moet de kamp winnend afsluiten en hoe dat gebeurt, dat zien we dan wel.”

De afgelegde weg naar Tokio, de voorbereiding, en die naar Parijs, is die heel verschillend of is dat toch een beetje gelijklopend?

“Voor Tokio was er natuurlijk de coronacrisis, waardoor de trainingen heel anders verliepen. Dat is toch heel verschillend geweest. Nu was er een veel directer pad naar Parijs. Mijn voorbereiding liep nu ook anders. Veel ontspannender eigenlijk. Ik kon kiezen welk competitie ik mee deed en welk niet. Er was bijgevolg veel ruimte voor trainingsstages om daar echt de beste tegenstanders van de wereld te gaan opzoeken. En met de besten ter wereld te trainen. Om zelf zoveel mogelijk stappen te zetten. Ik wil niet spreken van een perfecte voorbereiding. Maar het is toch heel goed verlopen. We zijn er nog niet. En zoals Mark ook zei, we moeten nog enkele stappen zetten. We zitten evenwel op schema.”

Resoluut gaan voor goud. Legt hij dan zichzelf geen extra druk op?

“Ik denk dat als je voor minder dan goud naar de Spelen gaat, dan hoor je daar niet volledig thuis. Ik weet dat ik van iedereen kan winnen. Ik heb dat al vaak bewezen, maar ik kan ook van iedereen verliezen. Het kan op een fractie van seconden gedaan zijn, en dan kan die droom uiteenspatten. Dus ik moet daar heel geconcentreerd en heel gefocust te werk gaan. Ik mag geen fouten maken. En dat is het belangrijkste. Ik heb er alles aan gedaan om zo goed mogelijk in vorm te zijn. Die wedstrijddag zelf zal het duidelijk worden of dat genoeg was of niet. Er komt geen extra druk bij kijken omdat ik zeg dat ik Olympisch kampioen wil worden en dat dat mogelijk is.”

Is het dan niet beter om een bescheidenere positie in te nemen?

“Dat is de algemene trend, maar ik kijk vooral naar mezelf. Wat denk ik, hoe voel ik mij? Ik ben er zeker van dat ik niet te bescheiden ben. Maar ik ga ook niet zweven en zeggen dat ik altijd alles ga winnen. Ik denk dat ik daar realistisch genoeg in ben. Ik denk niet dat dat een invloed gaat hebben op het resultaat.”

Is doorheen de jaren het fysieke aspect belangrijker geworden dan het technische aspect? Veel wedstrijden worden beslist in de Golden Score en het verschil tussen judoka’ is heel nipt.

“Het fysieke aspect is zeker belangrijk en daar ben ik altijd al goed in geweest. Daar hebben we ook nog verder aan gewerkt. Niettegenstaande blijft het technische aspect heel belangrijk. En je efficiëntie hangt heel erg met je judo samen. Iemand die heel sterk in judo is, iemand die veel judogevoel heeft, gaat veel makkelijker presteren dan iemand die fysiek goed is, maar minder judo kan. Je kan heel veel zaken oplossen met kumikata, met de manier van vastpakken en de benen te gebruiken, waardoor dat iemand die misschien iets minder judo kan, toch veel vermoeiender gaat zijn en toch minder lang gaat volhouden dan ik. Dus het is een combinatie van de twee.”

Wat als het niet lukt in Parijs? Riskeer hij dan niet in een enorme put te vallen?

“Ik denk dat er na de Spelen sowieso een rustmoment wordt ingelast. Een moment van reflectie op de afgelopen periode. Afhankelijk van het resultaat, of ik tevreden zal zijn of niet. Afhankelijk van de manier waarop ik heb gekampt. Daarvoor moeten we uiteraard eerst hebben gekampt om daar achteraf een conclusie uit te trekken. Ik weet niet wat er gaat gebeuren. Ik heb evenwel heel veel vertrouwen dat ik er klaar voor ben en dat ik het goed ga doen.”

Matthias kijkt de dag voor zijn kamp, nooit naar de loting. Is dat niet een beetje paradoxaal?

“Ik bekijk de loting nooit. Er zijn twee stromingen bij de judoka’s. Sommigen willen absoluut op voorhand de loting kennen. Die willen weten tegen wie ze gaan kampen. En die zijn er al dagen op voorhand mee bezig. Ik wil dat absoluut niet. Ik denk dat dat veel energie vergt en veel wegneemt van de ontspanning. En dan ga je ook beginnen te tellen, wat als judoka A wint tegen judoka B enz. En als het op de dag van de competitie niet is zoals ik me had voorgesteld, dan kom je in een onverwachte situatie terecht die je niet had voorbereid. Dat is zeker niet goed. Nu ben ik voorbereid op alles en iedereen. Ik denk dat dit de beste manier voor mij is om een competitie aan te vangen.”

Wanneer weet Matthias dan tegen wie hij gaat kampen?

“Het is zo dat ik meestal naar de ronde voor mij moet kijken en de winnaar daarvan zal mijn eerste ronde zijn. Dat weet ik dan op de dag van de competitie als ik in de opwarmingszaal kom. Dan vraag ik aan Mark wie ik moet volgen en dan kijken we samen naar de kampen. Mark heeft steeds zijn huiswerk gemaakt. Die weet wat de tegenstanders doen. Ik ken ook bijna iedereen. Ik heb tegen iedereen al eens gekampt. Dus ik weet steeds wel wat ik moet doen. En dan bespreken we dat kort. Oké, dit is het plan en zo gaan we het aanpakken. Dat loopt heel vlot. En dat is duidelijk voor ons allebei. Ik kijk enkel naar de volgende kamp. Ik probeer mij enkel te focussen op kamp 1 zoals ik daarnet reeds zei. Want als ik die niet doorkom, dan is het niet belangrijk om naar kamp 2 of kamp 3 te kijken.”

De Spelen zijn de laatste jaren nog nooit zo dichtbij geweest zijn? Verwacht hij veel fans die komen kijken? Familie, vrienden?

“Mijn familie komt zeker kijken, mijn broers, mijn ouders, mijn vriendin. Een van mijn tantes komt ook supporteren, dus er zal wel wat volk zijn. Het was trouwens niet evident om tickets te krijgen. De capaciteit van de zaal is redelijk klein. Maar het is toch wel leuk dat er mensen komen en als ik op het podium sta, dan zal dat niet voor een zaal onbekenden zijn.”

Gaat dat Matthias een extra boost geven? Of juist extra stress?

“Nee, stress niet. Ik denk dat het wel plezant zal zijn. Mijn mama is ook al vaak komen kijken naar competities, dus dat stoort zeker niet.”

Heeft zijn selectie voor de Spelen een effect in zijn judoclub Fudji Yama?

“Dat is wel een belangrijke … als club helpt dat ook om de judosport verder te promoten. Je merkt dat je toch wel een inspirerende kracht bent, zeker voor de jonge judoka’s.”

We zitten echt in de laatste rechte lijn naar Parijs. In Tokio startte hij met een schouderblessure. Speelt dat niet een beetje in zijn hoofd? De angst om tijdens de laatste voorbereidingsfase een kwetsuur op te lopen?

“Judo is een contactsport. En judo, of in elke sport, gaat echter ook gepaard met blessures. Dat kunnen we jammer genoeg nooit uitsluiten. We hebben dat gemerkt tijdens de Spelen van Tokio, daar heeft het team en ik heel snel en gepast gereageerd op mijn schouderblessure en daar hebben we ondanks de blessure ons zo goed mogelijk voorbereid voor de kampen. Nu is de situatie anders. Ik heb de laatste jaren, wel last gehad van enkele blessures, maar ik ben in het algemeen toch redelijk gespaard gebleven. We hebben daar nu ook wel een concreter plan voor dan toen. Nu weet ik dat ik niet meer zoveel risico’s hoef te nemen. Als ik fysiek in orde ben, zelfs met een gekwetste schouder, kan ik van iedereen winnen en die medailles pakken. Die laatste procenten eruit persen op een zware training en risico’s nemen, is zeker niet meer nodig nu.”

Als hij het speelveld van nu met dat van Tokio vergelijkt, gaat het in Parijs zwaarder zijn?

“Dat is heel moeilijk in te schatten. Het is altijd onvoorspelbaar. Er kunnen immers zoveel dingen gebeuren. Ik ga kamp voor kamp kijken. Wie er voor mij staat die moet ik verslaan. Dat is de opdracht.”

We wensen onze topper dan ook veel succes in Parijs!

Christian Pierre
Media & Communicatie

Onze sponsors

Met grote trots en dankbaarheid stellen wij graag onze sponsors aan u voor. Zonder hen zouden we niet in staat zijn om de judosport in Vlaanderen op deze en vele andere manieren te promoten.