BURST – Tijdens de vergadering van het JV-Bestuursorgaan op 9 april jl. werd Peter Vermeir aangesteld als voorzitter van Judo Vlaanderen. Benieuwd naar zijn drijfveren en plannen? Lees dan zeker verder want we stelden de nieuwe voorzitter enkele pertinente vragen.
Wat heeft je gemotiveerd om voorzitter van Judo Vlaanderen te worden?
“Ik heb hier lang over nagedacht. Mijn kandidatuur kwam eigenlijk voort uit de vraag van verschillende judoka’s in Vlaanderen. Doorheen de jaren heb ik regelmatig tornooien bezocht, gesproken met deelnemers en betrokkenen, en vooral goed geluisterd naar wat er speelt. Ik heb gekeken naar wat er goed gaat, maar ook naar de uitdagingen waar Judo Vlaanderen voor staat. Uiteindelijk heb ik dan besloten om mijn kandidatuur te overwegen. Samen met het nieuwe team van het Bestuursorgaan wil ik me inzetten om het judo in Vlaanderen verder te ontwikkelen. Judo is altijd een belangrijk deel van mijn leven geweest; ik ben er al mee begonnen toen ik zes was en het heeft altijd een speciale plek in mijn hart gehad. Voor mij is judo niet alleen een sport, het is ook een levensstijl die ik essentieel vind in de huidige maatschappij. Daarom ben ik blij dat het Bestuursorgaan mij heeft gekozen. Maar laten we duidelijk zijn: de belangrijkste personen binnen Judo Vlaanderen zijn de judoka’s zelf, niet de voorzitter.”
Judo wordt vaak beschouwd als meer dan alleen een sport, eerder een levensfilosofie. Hoe zie je de verdere ontwikkeling van judo?
“Absoluut, judo moet daarom toegankelijk zijn voor iedereen, van mensen met een beperking tot topsporters op alle niveaus, en van jong tot oud. Dit vereist een brede visie op ontwikkeling, waarin zowel technische vaardigheden als competitie en aangepaste judo-oefeningen een rol spelen. We moeten ervoor zorgen dat judo laagdrempelig blijft, ook financieel. In Japan zeggen ze dat ‘op de mat iedereen gelijk is’, en dat is de visie die we in Vlaanderen moeten omarmen, zodat judo voor iedereen leuk en toegankelijk is.”
Je hebt al aangestipt dat je judo toegankelijker wilt maken voor mensen met een beperking. Onder jouw impuls is reeds de eerste stap gezet naar een Open VK G-judo. Hoe zie je de verdere ontwikkeling hiervan?
“Ja, het evenement is echt uniek in Vlaanderen, en ik denk dat onze Waalse collega’s daar met enige verwondering naar kijken. Ik heb al met hen gesproken en ze wensen een soortgelijk tornooi te organiseren in hun regio. Een Vlaams kampioenschap G-judo is een belangrijke eerste stap richting een Open Belgisch kampioenschap. Ik heb altijd benadrukt dat dit nodig is voor alle vijf de niveaus van G-judo, omdat er momenteel een gradatie is van sterker naar minder sterk, waardoor iedereen de kans moet krijgen om deel te nemen. Mijn ambitie is groot; ik droom van een Belgisch kampioenschap G-judo, samen met onze Waalse collega’s. Ook op internationaal niveau gebeurt er veel. Ik ben lid van een werkgroep en momenteel worden er zes Europese G-judotoernooien gepland. Dit jaar zal voor het eerst het Europees kampioenschap G-judo plaatsvinden in Venray, Nederland, zij het alleen voor niveau 1 en 2, vanwege veiligheidsredenen. Maar ook vanuit Judo Vlaanderen willen we daar vertegenwoordigd zijn. Daarom gaan we samen met het Bestuursorgaan bekijken hoe we de voorbereidingen en een delegatie naar dat EK kunnen financieren.”
Dat is een mooie uitdaging, maar ik veronderstel dat er nog een aantal challenges zijn voor Judo Vlaanderen?
“Een van de belangrijkste uitdagingen is communicatie, zowel binnen het Bestuursorgaan als naar judoclubs en externe stakeholders toe. We moeten streven naar een transparante en effectieve communicatie, zodat iedereen zich gehoord voelt en betrokken is bij de ontwikkeling van judo in Vlaanderen. Allereerst binnen het Bestuursorgaan zelf, waar nu tien leden in zetelen. Ik ben trouwens verheugd dat er eindelijk een vrouwelijk lid is toegetreden tot het Bestuursorgaan, want streven naar gendergelijkheid, vooral daar, is cruciaal. Dit is een belangrijke eerste stap in de goede richting. We moeten niet alleen onze communicatie binnen het Bestuursorgaan onderling versterken, maar ook naar de medewerkers van Judo Vlaanderen op de werkvloer. Het communicatiekanaal naar de clubs moet ook worden geoptimaliseerd, omdat de clubs de kern vormen van alles wat met judo te maken heeft. Als federatie zijn we er voor de clubs, niet andersom. We moeten eerlijk communiceren met hen, en zij moeten ons gemakkelijk kunnen benaderen met vragen.
Daarnaast is het van vitaal belang om de juiste communicatie te voeren met externe stakeholders, zoals de overheid, het BOIC, EJU, IJF en sponsors. In de komende jaren zal ik me sterk inzetten om een Vlaams, nationaal en internationaal netwerk uit te bouwen, waarbij we het merk Judo Vlaanderen krachtig naar voren zullen brengen. Judo is een sterk merk, een fantastische sport die kan worden geïntegreerd in bedrijven en scholen. Het is onze taak vanuit de federatie om Judo Vlaanderen echt op de voorgrond te plaatsen, en daar moeten we dan ook naar streven.
Een andere belangrijke uitdaging is het verwerven van financiële middelen. Helaas zijn we financieel minder krachtig dan andere sporten. We moeten zorgvuldig overwegen hoe we de beperkte middelen die voorhanden zijn, inzetten. Het is belangrijk dat we hier eerlijk over zijn en onze doelstellingen voor elk jaar duidelijk communiceren. Als sommige doelen financieel niet haalbaar blijken te zijn, betekent dat niet dat we er niet naar moeten streven. We moeten een prioriteitenlijst opstellen en ons richten op enkele belangrijke doelen, stap voor stap vooruitgaan, zoals ze zeggen in het American football: inch by inch.”
Is de uitstroom van jongeren die leidt tot onvolledige gewichtscategorieën in de competitie een zorgpunt? Hoe wil je dat eventueel aanpakken?
“In Nederland loopt er een interessant project om judo naar scholen te brengen. Ik ben van mening dat judo meer is dan alleen een sport; het is ook een levensfilosofie waarin respect een centrale waarde is. Het idee om judo naar scholen te brengen, spreekt me daarom erg aan. Binnen Judo Vlaanderen hebben we zeker mensen die bereid zijn om zich hiervoor in te zetten. Het introduceren van judo op scholen als onderdeel van het lesprogramma biedt een kans om jongeren kennis te laten maken met gevechtssport, maar dan wel met de nadruk op onze unieke waarden zoals respect en eerbied voor elkaar. Judo is niet zomaar een vechtsport; het is bovendien een zeer technische sport waarin levenslang leren centraal staat. Dit sluit perfect aan bij de hedendaagse maatschappij waarin voortdurende bijscholing en persoonlijke ontwikkeling centraal staan, net zoals in het judo. Het is van belang dat we deze mogelijkheid ook aanbieden aan scholen, zodat we jongeren enthousiast kunnen maken voor onze prachtige sport.”
Daarentegen, niet iedereen heeft de wens om deel te nemen aan competitiejudo, en dat is ook helemaal prima. Hoe zie je de balans hierin?
“Inderdaad, competitie hoeft niet per se. Momenteel levert onze Technisch Directeur Topsport, Koen Sleeckx, evenwel uitstekend werk binnen de topsportwerking. Het is belangrijk dat we jongeren die interesse hebben in competitie volledig ondersteunen en kansen bieden voor hun ontwikkeling. We hebben bijvoorbeeld de randoridagen geïntroduceerd, een goed systeem om kinderen kennis te laten maken met wedstrijdjudo als eerste stap richting competitie. Maar bij competitie draait het niet alleen om winnen; het plezier van de judoka staat centraal, en daar spelen de club en de coaches een belangrijke rol in. Een van de essentiële aspecten van coaching is het motiveren van onze judoka’s, vooral jongeren, zodat ze blijven leren en verbeteren.
Visie is cruciaal voor topsport; we moeten kijken waar de potentiële toppers zich bevinden, wie de ambitie heeft om naar een hoger niveau te groeien, en deze sporters opsporen, helpen en ondersteunen. Ook de autonomie van de sporter is van groot belang, iets wat we soms over het hoofd zien. Ik zie de moderne trainer eerder als een mentor die de judoka begeleidt, adviseert en ondersteunt, zowel in goede als in moeilijke tijden. Zoals ik al zei, judo is er voor iedereen. Naast competitie zijn er ook andere doelen, zoals judo voor 55-plussers. Onlangs sprak ik iemand die de opleiding tot trainer 55-plus had gevolgd en training gaf aan mensen van 80 jaar. Geweldig toch, dat judo op die leeftijd nog steeds mogelijk is! Het technische aspect van judo blijft altijd centraal staan. Een solide technische basis is de sleutel tot succes, zelfs in topsport. Ik geloof dat we beide aspecten, technische vaardigheden en topsportontwikkeling, moeten combineren om de toekomstige Matthias Casses te laten groeien.”
Je hebt er al kort naar verwezen: hoe zie je de rol van Judo Vlaanderen binnen België, maar ook binnen de internationale context evolueren?
“Judo Vlaanderen telt ongeveer 18.000 judoka’s een aantal waarop we trots kunnen zijn en dat hopelijk blijft groeien. Groei is immers essentieel. De laatste twee jaar hebben we nauw samengewerkt met onze Waalse collega’s van zusterfederatie Judo Wallonie-Bruxelles wat ook heeft bijgedragen aan de positionering van Judo Belgium. Op internationaal niveau scoren we echter nog relatief laag. We hebben wel enkele vertegenwoordigers in commissies van de EJU, zoals Dr. Peter Smolders in de medische commissie, die uitstekend werk verricht. Zelf zit ik in de Human Rights Commissie van de EJU. Echter, we hebben meer vertegenwoordiging nodig op internationaal niveau. Netwerken wordt daarom steeds belangrijker.
Sport in België valt onder regionale bevoegdheid, wat onze sportstructuur complex maakt voor outsiders. Ik heb recent geprobeerd aan Martin Poiger, de secretaris-generaal van de EJU, de ingewikkelde sportstructuur van ons land uit te leggen. Met Judo Belgium zijn we echter op de goede weg. We werken goed samen met onze Waalse collega’s, zoals Sébastien Bonte en Frédéric Treutens. Zo presenteren we bijvoorbeeld sinds vorig jaar gezamenlijk Judo Team Belgium tijdens persmomenten voor EK’s en WK’s, en staan onze judoka’s tijdens buitenlandse trainingskampen als één team op de foto. Het zit goed, maar er is ruimte voor groei, niet alleen op het gebied van competitie, maar ook op het vlak van nationale kata-evenementen en nationale judotrainingen.
We moeten durven dromen. Onlangs zag ik foto’s van een indrukwekkend trainingscentrum in Azerbeidzjan en ik kon niet anders dan tegen mijn Bestuursorgaan zeggen: ‘Hier kunnen we alleen maar van dromen.’ Dus, we moeten onderzoeken wat de mogelijkheden zijn. Het versterken van ons netwerk, het zoeken naar sponsors, het aanspreken van invloedrijke personen binnen de sportwereld en het versterken van onze relatie met het BOIC zullen cruciaal zijn. Dit geldt zeker ook voor onze relatie met de Vlaamse overheid, inclusief de minister van Sport, die een belangrijke partner is.”
Hoe kunnen betrokken partijen bijdragen aan de verdere ontwikkeling van Judo Vlaanderen?
“Voor ouders heb ik een simpele boodschap: moedig uw kinderen aan om te sporten, of dat nu judo is of een andere sport. We weten dat sport altijd een positieve invloed heeft. Maar vooral dit: spreek de leden van het Bestuursorgaan aan als je hen tegenkomt op JV-evenementen. Een van onze doelen is om meer aanwezig te zijn op verschillende evenementen. We hebben dit in het verleden al gedaan, maar we willen dit nog verder versterken, zodat BO-leden aanwezig zijn bij huldigingen, provinciale vergaderingen, toernooien, kampioenschappen, enzovoort. Aarzel niet, spreek ons aan en vertel ons wat je dwarszit. Als we het niet weten, kunnen we er niets aan doen. Als we het wel weten, kunnen we erover nadenken en proberen eventuele problemen op te lossen. Zal dat altijd gemakkelijk zijn? Nee. Sommige zaken kunnen we realiseren, andere niet. Maar het is wel belangrijk dat we verantwoording afleggen waarom iets niet lukt. Dat is onze verantwoordelijkheid vanuit het Bestuursorgaan. Maar we kunnen alleen maar hard werken, samen met de operationele mensen hier op de werkvloer.”
Binnen Judo Belgium zal Peter Vermeir tevens het mandaat van ondervoorzitter waarnemen.
Christian Pierre
Media & Communicatie