Dirk Van Tichelt gelegenheidscommentator Sporza tijdens Spelen van Parijs

BURST – Wie het judo tijdens de Spelen in Parijs op TV-zender Sporza zal volgen, mag vakkundig commentaar verwachten van niemand minder dan Dirk Van Tichelt. In 2016 zelf goed voor brons op de Olympische tatami in Rio, vandaag dus achter het scherm om de kijkers de kampen van onze Olympische judoka’s uit te leggen.

“Ik heb wat met mijn agenda moeten schuiven want aanvankelijk zou ik onze junioren coachen op de European Cup in Berlijn het aankomende weekend, en daarna zou ik op verlof vertrekken. Ik had dus mijn vakantie al gepland en plots bellen ze van Sporza. Ik heb uiteindelijk mijn vlucht een beetje kunnen verlaten zodat ik tot en met de kampen van Matthias kan becommentariëren. De dag na zijn kamp vertrek ik wel op vakantie. Het thuisfront moet ik ook tevreden houden,” grapt Dirk.

“Ik heb toegezegd omdat het belangrijk is voor ons judo. Slechts om de vier jaar tijdens de Spelen krijgen de kijkers een volledige judokamp op TV te zien en dan vind ik het belangrijk dat je als commentator meer vertelt dan enkel wat er te zien is. Welke greep, waarom dat strafpunt, enz. Dus als je vindt dat de commentaar van de doorsnee journalist die niet echt judokenner is niet voldoet en je wordt bijgevolg uitgenodigd om het als judokenner aan de kijkers gedegen te komen uitleggen, dan moet je die kans grijpen.”

“Normaal moest ik als coach mee naar Berlijn, dus het was echt afwegen. Ook niet fijn voor mijn judoka’s want ik werk dagelijks met hen. Bovendien is zo’n EJU-toernooi toch het moment dat ze zich kunnen bewijzen waarvoor ze hebben getraind. Dus daar wil ik eigenlijk wel bij zijn. Technisch Directeur Topsport Koen Sleeckx vond echter ook dat het belangrijk voor het judo in Vlaanderen was dat ik inging op de vraag van Sporza.” Udo Quellmalz vervangt Dirk als coach in Berlijn.

Dirk hoeft echter niet naar Parijs. “Gelukkig is het in de Sporza studio in Brussel. Ik hoef niet ter plaatse te zijn. Ik weet hoe het daar is, ik heb ondertussen drie Spelen achter de kiezen. Het blijft een circus. Dus gewoon in Brussel, dan zit ik ook veel rapper in mijn bed,” grapt de bronzen beer van Brecht. “Ter plaatse is natuurlijk plezant want je kan dan die uitzonderlijke Olympische sfeer wel opsnuiven, maar ik doe het niet om daar te zijn, ik doe het om goede commentaar te geven zodat de kijkers in België judo misschien wat beter kunnen begrijpen. Want geef toe, iemand die nog nooit of amper judo heeft gezien, ziet aanvankelijk enkel wat getrek en gesleur. En judokenners weten allemaal dat het meer dan dat is. Ik ga dan eerder ‘coachend’ commentaar geven en technieken en strategie uitleggen voor de kijkers. Vertellen waarom die bepaalde greep nu gebeurt. En welk tactische plan erachter zit. Om meer duiding te geven bij die kampen. En ik hoop dat dit dan ook aanslaat zodat we misschien na verloop van tijd wat meer judo op TV krijgen.”

Als hij nu achter het schermpje zit om te becommentariëren, krijgt hij dan flashbacks van toen hij zelf in Rio op de mat stond en daar brons pakte?

“Het vreemde is dat ik van mijn bronzen kamp op de Spelen in Rio dat niet meer kan herinneren.
Dat is omdat ik met ippon heb gewonnen. Op het EK heb ik ook met ippon gewonnen. Daar weet ik ook niks meer van. Dus van het moment dat ik naar de mat stap tot juist voordat ik mijn medaille heb. Dat is allemaal weg. Daar heb ik geen herinnering meer van. Mijn twee WK-medailles daarentegen, daarvan weet ik nog goed hoe ik heb gevochten en met wat ik heb gescoord, maar van de Spelen en van het EK, dat weet ik niet meer. Dat is de adrenaline rush. Ja, dat is iets raars. Als ik soms die beelden terugzie, dan krijg ik nog altijd kippenvel van dat moment.”

Heeft zijn Olympische medaille een bepaalde plaats gekregen? “Ik heb een trofeekast. Die heb ik ooit eens als geschenk voor Kerstmis gekregen. En die staat in de woonkamer met mijn belangrijkste medailles: EK, WK, Grand Slams en de Olympische Spelen, maar ook mijn eerste Belgische kampioensmedaille bij de senioren en verder nog wat souvenirs van de Spelen. Dat is een groot deel van mijn leven geweest. Ik heb 21 jaar aan topsport gedaan. Ik ben op mijn 15de de topsportschool binnengestapt en op mijn 36ste ben ik gestopt als topsporter. Ik ben langer atleet geweest dan dat ik geen-atleet ben geweest,” grapt Dirk. “Dat is dus een groot stuk van mijn leven.”

En zou hij het allemaal opnieuw doen? “Jawel, onmiddellijk,” stelt hij resoluut. “Ook al moest ik die resultaten niet hebben behaald, zou ik heel die reis opnieuw maken. Dat verrijkt je zoveel. En sport is een spel om te laten zien wat je kunt. Dat spel kan heel hard zijn, maar ook heel collegiaal. Dat is het mooie aan judo. Je traint met elkaar. Iedere maand wel ergens in de wereld dat je dezelfde tegenstanders ontmoet. Of een gedeelte van dat groepje. Dat worden dan wel een klein beetje vrienden.” Dat merkt Dirk nu als coach. “Als coach kom ik in het circuit oud-tegenstanders tegen die net zoals ik coach zijn geworden, zoals Scharinger uit Oostenrijk, Schendel uit Duitsland of de Japanners Kanamaru en Ebinuma. Dat is dan plezant ook om herinneringen op te halen. Tijdens het coach diner op stages bijvoorbeeld. Dan worden er ideeën uitgewisseld. Judo blijft mooi,” aldus nog Dirk.

Christian Pierre
Media & Communicatie

Aanmaak datum

24 juli 2024

Type

Onze sponsors

Met grote trots en dankbaarheid stellen wij graag onze sponsors aan u voor. Zonder hen zouden we niet in staat zijn om de judosport in Vlaanderen op deze en vele andere manieren te promoten.